Tanden

puppietandenEen hond heeft net als mensen melktanden en blijvende tanden.

De melktanden wisselen tussen de leeftijd van 3,5 maanden en 6 maanden. Een vaak voorkomend probleem is het aanwezig blijven van de melktanden, zelfs als de definitieve tanden al zijn doorgebroken. Dit kan problemen veroorzaken en de persisterende melktanden worden dan ook best verwijderd onder algemene narcose.

Aan het uitzicht van de melktanden en het al dan niet gewisseld zijn ervan, kan de dierenarts een schatting maken van de leeftijd van de pup. Op latere leeftijd wordt het moeilijker om de leeftijd van de hond te schatten aan de hand van de tanden.

De tanden van uw hond moeten goed verzorgd zijn, anders ontstaat het gevaar voor infectie van het tandvlees of de tandwortel. Het is belangrijk om de tanden regelmatig te laten controleren op overmatig tandsteen, bijvoorbeeld bij de jaarlijkse vaccinatie. Indien nodig kan de dierenarts dit verwijderen. De hond moet hiervoor onder narcose.

Onverzorgde tanden kunnen heel erg stinken en zijn bovendien een broeihaard voor bacteriën en infecties.
Vooral honden van kleine rassen schijnen gemakkelijker vieze tanden te krijgen.

Om tandproblemen te vermijden wordt best geen blikvoer, maar droogvoer gegeven. Het is ook belangrijk dat de honden goed kunnen knabbelen op een bot. Gebruik nooit varkensbotten of kippenbotjes hiervoor! Deze kunnen versplinteren en verstoppingen in de darmen veroorzaken. Het beste zijn de "botten" die in de winkel verkocht worden.