Schnauzer

schnauzer

Schnauzers komen in 3 variaties: dwerg (tot 30cm schofthoogte), middenslag (ongeveer 45cm) en riesenschnauzer (tot 60cm).
De honden komen oorspronkelijk van Duitsland en werden gekweekt voor de jacht. In tegenstelling tot wat het uiterlijk laat vermoeden behoren schnauzers niet tot de groep der terriërs, maar tot de pinschers.

De vacht is meestal peper en zout of zwart en wit, maar er bestaan ook bruine exemplaren. De typische baard en vederachtige wenkbrauwen geven ze een leuk uitzicht.

Schnauzers kunnen erg leuke huishonden zijn. Ze kunnen meestal goed omgaan met huisgenoten zoals kinderen en andere dieren, op voorwaarde dat ze goed gesocialiseerd werden. Hun alerte aard maakt van schnauzers uitstekende wakers, maar sommige exemplaren kunnen tot ergernis van de buren vaak en vervelend blaffen.

Schnauzers zijn bovengemiddeld intelligent en hebben nood aan beweging. Ze zijn uitstekend te trainen maar kunnen koppig uit de hoek komen.

Sommige exemplaren zijn redelijk dominant.

Gezondheidsproblemen

De verschillende variëteiten hebben elk hun eigen gezondheidsproblemen.

Dwergschnauzer

  • von Willebrandziekte (bloedingstollingsstoornis
  • Progressieve retina atrofie
  • suikerziekte
  • alvleesklierontsteking
  • hemorrhagische gastro-enteritis
  • portosystemische shunt
  • huidproblemen: allergie, comedone syndroom
  • hyperlipidemie
  • hypothyreoïdie
  • blaasstenen
  • oorinfecties
  • patellaluxatie

Middenslagschnauzer

Gewrichtsproblemen komen niet heel vaak voor, maar meer vergeleken met andere middelgrote rassen.

Reuzenschnauzer

Zoals veel grote rassen hebben ook Reuzenschnauzers last van gewrichtsproblemen. Ook oogproblemen komen vaak voor.