Hondeziekte

Hondeziekte, de ziekte van Carré of distemper, is een ziekte die veroorzaakt wordt door het hondeziektevirus. Dit virus is tevens besmettelijk voor fretten.
Het hondeziektevirus tast de zenuwcellen van de hond aan.
Het is een ziekte die nu niet meer erg frequent optreedt in onze contreïen dankzij de veralgemeende vaccinatie van onze honden.

Symptomen

De eerste (aspecifieke) symptomen van hondeziekte zijn lusteloosheid, koorts, waterige neus- en oogvloei, braken, diarree en hoest die kan ontwikkelen tot longontsteking.
Naderhand treden de meer typische zenuwsymptomen op die wijzen op een aantasting van de hersenen en het ruggenmerg. De zenuwsymptomen kunnen zijn: slappe ledematen, uitval van de zenuwen van de kop, onwillekeurige spiertrekkingen, evenwichtsstoornissen, blindheid, rondstappen in cirkels en epileptische aanvallen.

Diagnose

Meestal is er een vermoeden van hondeziekte aan de hand van de symptomen en het klinisch onderzoek.
De diagnose kan bevestigd worden door onderzoek van het ruggenmergvocht.

Behandeling

Er is geen behandeling voor hondeziekte: het lichaam zal zelf afweerstoffen tegen het virus moeten aanmaken.
Ondersteunende therapie zal nodig zijn. Men geeft extra vocht aan de honden en eventueel antibiotica. Corticosteroïden kunnen aangewezen zijn.
Indien de hond epileptische aanvallen krijgt zal men die behandelen.

Prognose

Een hond die zenuwsymptomen heeft zal die meestal blijven houden, ook al geneest hij van de ziekte.
Soms is de infectie zo erg dat de hond eraan ten onder gaat.
Sommige honden kunnen genezen zonder blijvende letsels.

Preventie

Vaccinatie!
Tegenwoordig zit in elk standaard vaccin ook hondeziekte. Gevaccineerde dieren zijn meestal niet gevoelig voor infectie.
De eerste vaccinatie kan indien nodig al gegeven worden op 6 weken ouderdom. Elke hond zou op 9 weken en opnieuw op 12 weken ouderdom moeten gevaccineerd worden. Daarna zal men jaarlijks een booster geven.