Boxer

boxer

De van oorsprong Duitse Boxers zijn (soms extreem) energieke, speelse en lieve honden. Ze zijn uitstekende familiehonden op voorwaarde dat ze voldoende beweging, ruimte en speeltijd krijgen. Het zijn de clowns onder honden en willen niets anders doen dan spelen en gek doen.

Ze kunnen het meestal erg goed vinden met kinderen. Indien ze tijdig gesocialiseerd worden kunnen ze het meestal ook goed vinden met soortgenoten en katten. Sommige (voornamelijk mannelijke) exemplaren stellen zich echter agressief op tegen andere dieren.

Indien ze hun aandacht voldoende lang ergens op kunnen richten zijn het goede leerlingen, maar ze zijn ook gekend als koppig.

Boxers zijn uitstekende wakers: ze blaffen bij het minste geluid of beweging. Het waken houdt daar echter op: indringers worden enthousiast begroet en als potentiële speelkameraad gezien.

Hun korte snuit is de meest kenmerkende eigenschap van dit hondenras. Het zijn stevige, gespierde en kortharige honden.

Gezondheidsproblemen

Deze lieve honden hebben helaas zeer veel ingeteelde problemen. De gemiddelde boxer wordt dan ook niet erg oud.

Een groot probleem in het ras is het veelvuldig voorkomen van verschillende soorten kanker. Meer dan 1 op 3 boxers sterft aan de gevolgen hiervan.

Ongeveer 20 tot 25% van de pups zijn wit. De witte kleur is sterk verbonden met aangeboren doofheid (aan 1 of beide zijden): ongeveer 1 op 5 witte boxers zijn doof. De witte kleur wordt beschouwd als een ongewenst kenmerk en tot voor kort werden veel van deze pups geëuthanaseerd, zelfs degene zonder gehoorproblemen. Gelukkig stappen steeds meer fokkers van deze drastische ingreep af zodat deze pups toch een gelukkig leven kunnen leiden.

De korte snuit leidt tot problemen bij warm weer. Boxers kunnen niet zo goed warmte afdrijven door te hijgen en zijn daarom gevoeliger voor een hitteslag.

Boxers die onvoldoende speelgelegenheid krijgen kunnen uit verveling destructief gedrag vertonen.

Veel voorkomende problemen bij boxers: